Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Van de Jordaan af, [59]tegen den opgang der zon, het ganse land van [60]Gilead, der Gadieten, en der Rubenieten, en der Manassieten; van [61]Aroer, dat aan de beek van [62]Arnon is, en [63]Gilead, en Basan. 59. Versta, ten aanzien van de gelegenheid des lands van Kanaan. 60. Zie Gen.31:21. 61. Een stad, gelegen over de Jordaan in den stam van Gad, van welke zie Num.32:34; Joz.12:2. 62. Zie Num.21:14; Deut.2:36. 63. Vergelijk dit met Deut.3:12,13,14, enz., en de aantekeningen daarop.